Skip links

Jerry Afriyie: “Bedankt, Perez Jong Loy! Return If Possible, grote broer”

Je was een van de weinige mensen van de oudere generatie die moeiteloos een brug wist te slaan tussen jouw generatie en mijn generatie (millennials). Je diende jouw gemeenschap zonder eigen gewin. Hierdoor heb je veel moeten incasseren van mensen die er een andere agenda op na hielden. Jouw integriteit werd soms in twijfel getrokken, maar je bleef je inzetten voor de goede zaak. Je wilde mij ervoor behoeden, dat wat jou is overkomen mij niet zou overkomen. Je was naast een beschermer ook mijn toefluisteraar (zie foto). Maar je gaf niet alleen adviezen, je vroeg ook om adviezen. Had je een nieuw idee of nieuwe inzichten, dan moest ik het meteen horen en als ik mijn telefoon niet opnam kwamen de appjes er achter aan: “Arki noh Jerry, bel Perez!” En mocht ik er niet tijdig aan toekomen om je te beantwoorden, dan trok je aan mijn oor bij de volgende ontmoeting door je handen open te slaan van “Fawaka dan”.

Ik was niet altijd even goed bereikbaar, totdat je erachter kwam dat ik samenleefde met je grootste fan, mijn vriendin. Zij was gecharmeerd van je passie, betrokkenheid en alles wat je deed voor onze gemeenschap. De afgelopen jaren, als je mij nodig had, ging het dus niet meer via mij, maar via Danitia. En ook al was het 01.00 uur in de nacht, ze stond erop dat ik je terug zou bellen voordat ik ging slapen: “Schat, je moet Perez NU bellen.” Iets dat ze alleen voor jou deed, want in haar eigen woorden: “Hij maakt ook altijd tijd voor jou vrij”.

In het begin, toen ik jou ongeveer 8 jaar geleden leerde kennen, ging je moeiteloos van Nederlands naar Sranantongo en als ik na een kwartiertje zei: “Je weet wel dat ik Ghanees ben hè?” Dan kwam die warme lach van je: “Mi gado” en dan een hartelijke lach om drie zinnen verder in herhaling te vallen. De laatste jaren had je helemaal schijt. Je zei dan ook letterlijk: je begrijpt mij wel. En ging onverstoorbaar verder wat tot hilarisch gelach en gehoest leidde.

Ik weet nog hoe blij je was toen je me vertelde over je trip naar Ghana. Het was een trip die je moest maken. Toen de kans je werd geboden om met een groep mensen Ghana te bezoeken in het kader van het initiatief ‘The Year of Return, Ghana 2019’ greep je die kans met beide handen aan. Je belde mij dan ook in extase op: “Jerry, ik ga weg.” En voordat ik kon vragen waar naartoe, was je mij al voor: “Ik ga naar Ghana!” Ik was heel blij voor jou en antwoordde: “Ik ben jaloers op je.” Je belde mij vanuit Ghana, we hebben kort gesproken. Kijkend naar mijn scherm dacht ik: kijk het weer, kijk dat prachtmens dat het land opzoekt dat veel geheimen verbergt over zijn verleden en zijn voorouders. Het voelde als een thuiskomst, vertelde je mij. “Arki noh Jerry, we moeten echt praten als ik terug ben.” “Is goed Perez, doen we. Ik moet je ook spreken.”

Echter zo ver mocht het niet komen, want je gaat een nieuwe reis maken. Zonder ons. En wij moeten verder. Zonder jou. Maar dat is niet helemaal waar. Je laat een schatkist aan herinneringen achter, en houvast zoals de 1873-buttons, de fameuze rechtszaak in Amsterdam tegen zwarte piet die je op momenten alleen moest dragen en de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst bij het graf van de tot slaafgemaakte Elieser.

Beste Perez, zoals je dacht dat ik je vergeten was, als ik een tijdje niets van me liet horen, wil ik je bij deze toezeggen dat als je een tijdje niets van ons hoort, wij jou niet vergeten zijn. Je streed, zodat onze voorouderen en de strijders die ons voorgingen erkenning kregen, door middel van bijvoorbeeld straatnamen. Vanaf vandaag mag jouw naam niet ontbreken op die lijst.

Bedankt, Perez!